Expliciete Directe Instructie (EDI)
Op De Regenboog geven de leerkrachten les volgens de methode Expliciete Directe Instructie (EDI). Het uitgangspunt van EDI is dat er op momenten in het onderwijsleerproces kennis, inzichten en vaardigheden doelgericht worden onderwezen.
Uit onderzoek is gebleken dat kinderen de leerstof beter tot zich nemen als via EDI wordt lesgegeven. De methode EDI passen de leerkrachten toe tijdens de lessen van rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen. Iedere les heeft een vaste structuur.
Zo weten de kinderen wat zij gaan leren of moeten kunnen aan het einde van de les doordat de leerkrachten bij iedere les duidelijk het leerdoel met de klas deelt. De kinderen leren ook het belang van het leerdoel, waarom leer ik dit eigenlijk?
De leerkracht geeft eerst gerichte instructie. De instructie wordt op drie manieren gegeven; uitleggen, voordoen en hardop denken (modellen).
Tijdens de instructie stelt de leerkracht gericht vragen. Met deze vragen monitort de leerkracht of de kinderen hebben begrepen wat er is uitgelegd. De kinderen schrijven hun antwoord op wisbordjes of geven antwoord als de leerkracht hun naam uit het beurtbakje haalt.
Na de instructie volgt er de begeleide inoefening. In deze fase van de les passen de kinderen de leerstof toe en controleert de leerkracht of het correct wordt uitgevoerd en is begrepen.
Wanneer de kinderen de leerstof begeleid inoefenen kan de leerkracht ervoor kiezen om coöperatieve werkvormen in te zetten. Tijdens deze werkvormen leren de kinderen met en van elkaar. Ieder kind is actief bezig met het leren van het leerdoel of de leerstrategie.
Voordat de kinderen zelf aan de verwerking gaan beginnen sluit de leerkracht de les af door het leerdoel te bespreken en te controleren of de kinderen het hebben begrepen. De kinderen die het leerdoel moeilijk vinden krijgen verlengde instructie van de leerkracht.
Ook bij de kleuters wordt er gewerkt volgens de methode van EDI en is geschikt voor de kleine kring, de kleine groepsinstructie of in de hoeken.
Er is een duidelijk lesdoel wat, vaak al van te voren, gedeeld wordt met de kinderen.
De instructie heeft duidelijke stappen die met visuele ondersteuning worden aangeboden.
De instructie en de begeleide inoefening vallen vaak samen. De leerkracht modelt tijdens de instructie en de begeleide inoefening de stappen die nodig zijn. Door de kleine kring is er mogelijkheid tot differentiatie.
Er wordt herhaling ingeroosterd. Leerlingen werken met materialen, overleggen met elkaar en krijgen denktijd.